Pyke Koch,  geliefd en verguisd

 
 
   

 

Piet Frans Christiaan (Pyke) Koch werd geboren te Beek bij Nijmegen in 1901.
 Hij woonde voornamelijk in Utrecht, waar hij zijn rechtenstudie afbrak om te gaan schilderen.
Hij had kennis gemaakt met Charley Toorop en later met Carel Willink.
 Hij verbleef kortere en langere tijden in Den Haag en was op studiereis in Italië.
Vanaf 1939 woonde en werkte hij weer in Utrecht.
 
Pijke Koch was een autodidact die werkte in de stijl van het "magisch realisme", een kunststroming waarbij men door middel van licht, kleur en schaduw een geheimzinnige, onwerkelijke sfeer creëert, vol van symboliek.

 

 
  Pyke Koch:
"Het magisch realisme bedient zich van voorstellingen die wel mogelijk, maar niet waarschijnlijk zijn ;
het surrealisme daarentegen van onmogelijke, onbestaande of onbestaanbare situaties".
  "Zelfportret met zwarte band" van Pyke Koch (1937). Koch heeft zichzelf hier afgebeeld als nationaal-socialist, wat niet door iedereen werd gewaardeerd.  
  Zijn naam was alom bekend in Nederland en in het buitenland.  Tijdens de tweede wereldoorlog bleef Koch, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, een succesvol kunstenaar.  De Duitsers beschouwden zijn werk als Arische kunst en hij exposeerde veel in Duitsland.  Maar zijn goede naam kreeg tijdens de tweede wereldoorlog spoedig zeer te lijden vanwege zijn sympathie voor het facisme. Hij zwakte zijn visie welswaar wat af door neutrale onderwerpen als groente en fruit te gaan schilderen.
De eigenzinnige kunstenaar werd in 1950 echter door de Centrale Ereraad voor de Kunst geboycot. Door dit besmette imago van zijn werk kon hij alleen nog maar in het buitenland verkopen. Koch stopt met schilderen in 1980 en trekt zich in armoede terug in Utrecht. Hij overlijdt in Wassenaar in 1991.
Pyke Koch heeft in zijn leven slechts een 100-tal schilderijen gemaakt voornamelijk met afbeeldingen van achterstandswijken, kermissen, stillevens en portretten.
 
     
 


Hieronder wordt een overzicht gegeven van alle postzegels die door Pyke Koch zijn ontworpen.
 

 
 
 



 

 
  1936 Gelegenheidszegels "Universiteit Utrecht" (nvph 287-288)
De eerste opdracht die Pyke Koch kreeg van de toenmalige PTT voor het ontwerpen van postzegels was voor een serie van 2 zegels uit te geven ter herdenking van het 300-jarig bestaan van de Universiteit te Utrecht. De keuze voor Koch was haast vanzelfsprekend, omdat Pyke er zelf gestudeerd had.
De zegel van 6 cent (tarief binnenland) toont het portret van Pallas Athene, godin van de wijsheid, naar een beeld van de godin in de tempel van Aphaia in Aegina uit de 5e eeuw voor Christus. Een kopie van dit beeld bevond zich overigens in de Glyptothek in München.
De zegel van 12,5 cent (tarief buitenland) laat een portret zien van Gijsbert Voet (Gisbertus Voetius, 1589-1676), de eerste hoogleraar theologie te Utrecht.
Een schilderij uit 1686 in de senaatskamer van de universiteit diende als voorbeeld.
 
 
 



 

 
  1937 Gelegenheidszegels "Jamboree-zegels" (nvph 293-295)
Deze serie postzegels was te koop in de postkantoren van 1 april tot en met 31 augustus 1937 als propaganda voor de in Nederland gehouden Wereld Jamboree (31 juli - 9 augustus).  Het ontwerp van deze zegels is van Pyke Koch. De afbeeldingen tonen achtereenvolgens een schild met lelie-embleem van de padvinders, een vlaggenbeeld met trommels en de Griekse God Hermes.  Net als de vorige uitgifte 'Universiteit Utrecht' is ook de belettering van Koch. Die werd niet erg gewaardeerd en bij de volgende uitgiftes zou een andere kunstenaars de cijfers en letters gaan maken.
 
 
 



 

 
  1937 Kinderzegels (nvph 300-304)
Het ontwerp van deze serie werd door Pyke Koch gemaakt naar een schilderij van Frans Hals (1583-1666) "De lachende jongen" (17e eeuw).
De belettering werd uitgevoerd door Jan van Krimpen. Het schilderij van Frans Hals bevindt zich in het Mauritshuis te Den Haag.
 
 
 



 

 
  1938 Gelegenheidszegels "40 jaar Regeringsjubileum Koningin Wilhelmina" (nvph 310-312)
De beeltenis van de Koningin werd door Pyke Koch getekend naar een officiële staatsiefoto van hoffotograaf Frans Ziegler.
De belettering werd ontworpen door Jan van Krimpen.
De schrijver Christiaan de Moor schrijft over deze serie: "Van deze zegel gaat door zijn eenvoud, geconcentreerdheid en krachtig licht-en-donker een sterke werking uit........"
Hetzelfde ontwerp werd ook gebruikt in de overzeese gebieden Nederlands-Indie, Curacao en Suriname.
 
 
 



 


 

 
  1943/1944 "Germaanse symbolen" (nvph 405-411)
Deze serie postzegels is wellicht de bekendste maar ook de meest omstreden serie van de kunstenaar Pyke Koch.
De afgebeelde "symbolen" worden in verband gebracht met de nationaal-socialistische gevoelens van Koch.
Hij was 'vrij' om deze ontwerpen te maken.  De Duitse bezetter keek tenslotte 'over de schouder' mee bij de postzegelproductie.

Hieronder een aparte toelichting op de zegels van deze roemruchte serie.

 
 


 




 

Waterpaard


Op de 1-centzegel staat een waterpaard, ook wel zeepaard genoemd.
Dit fabeldier heeft het bovenlijf van een paard en het onderlijf van een vis en leeft in de zee.
In Griekse mythologieën trekken waterpaarden de wagen van de onderwatergod Poseidon.

Rechts een oud tegeltableau met diverse vormen van waterpaarden/zeepaarden.

 
 
 


Driekronenboom


Op de 1,5-centzegel staat een driekronenboom.
Deze boom is te vergelijken met de meiboom.
De meiboom staat centraal bij de viering van het lentefeest waarbij de boom versierd wordt en er om heen wordt gedanst.
De meiboom zelf is weer een variant van de levensboom.
De driekronenboom heeft drie lagen gebladerte.
Deze gelaagdheid staat mogelijkerwijs symbool voor de onderwereld, de bovenwereld en de hemel.

 
 
 

Twee zwanen


Op de 2-centzegel staan twee witte zwanen afgebeeld met in hun midden een palmachtige plant.
Het ontwerp van deze zegels is afgeleid van de gevelafbeeldingen met zwanen zoals deze voorkomen op Friese boerderijen.
De achterliggende symboliek gaat waarschijnlijk terug naar de "zonnevogels" die nieuw leven brengen.

 
 
 

Levensboom met twee zonnevogels

Op de 2,5-centzegel staat ook weer een levensboom.
De symbolische achtergrond van een boom als verbeelding van het leven van de mens en van de wereld vindt zijn oorsprong in de oudheid.
De levensboom wordt dan veelal afgebeeld staand op een heuvel met zijn wortels in de onderwereld en omringd door water.
De onderwereld wordt verbeeld door een slang of draak die aan de onderkant van de levensboom knaagt.
In de boom zitten twee zonnevogels die nieuw leven brengen.
Op de zegel van Koch is de onderkant van de boom staand op de heuvel omringd door water, vervangen door een waterkruik zoals dat in de loop der tijd gangbaar is geworden.
 


Levensboom in een bovenlicht van een deur

 
 
 

Slangenboom


Ook op de 3-centzegel staat alweer een levensboom waarbij de gedraaide stam aan de onderkant overgaat in twee onderwereldslangen.
Hier rechts een afbeelding uit de Egyptische mythologie, de slang komt uit de onderwereld.

 
 
 

Ruiter te paard


Op de 4-centzegel staat een ruiter te paard afgebeeld.
De ruiter als strijder zoals die voorkomt in vele mythologieën en verhalen. Ook op Duitse postzegels komen veel paarden voor. Een voorbeeld van een paard met ruiter is hier rechts afgebeeld (Mi-824).
 

 
 
 


Steigerende schimmels


Op de laatste zegel uit de serie Germaanse symbolen, de 5-centzegel, staan twee steigerende paarden.
Deze schimmels van het Saksische ras staan symbool voor levenskracht.
Net als de zwanen sieren deze paarden menig gevel van oud-saksische boerderijen alsook het wapen van Twente. Hierbij is ook het wapen van Twente afgebeeld.

 
 
 

 
  Nederlandse Antillen
Na de tweede wereldoorlog wordt het in Nederland stil rond Pyke Koch, tenminste in de filatelie.
En dan plots in 1957 verschijnt er een serie postzegels in de Nederlandse Antillen naar ontwerpen van Pyke Koch (nvph 258-260).
De serie werd uitgegeven ter herdenking van het 50-jarig bestaan van de Padvinderij en ter herdenking van het feit dat de oprichter daarvan (Lord Baden Powell of Gilwell) 100 jaar geleden werd geboren.
Dat Pyke Koch hier weer even 'aan de bak' kon komen heeft wellicht te maken met het feit dat hij in 1937 de Nederlandse postzegels had ontworpen voor de Wereld Jamboree in Vogelenzang.  Ook nu valt trouwens de zwakke belettering op. De versiering rondom het portret van Baden Powell doet meteen denken aan de weergave van elementen in de serie "Germaanse Symbolen".
 
 
 
  Bronnen en referenties  
  1. Wikipedia  
  2. Website: http://www.iconenvandepost.nl  
  3. Website: http://people.zeelandnet.nl/acoomens/scouting.htm  
  4. Handboek Postwaarden Nederland  
  5. Verzameling A.C.Oomens